Centaurs en toverij in Vestdijks ‘Aktaion onder de Sterren’

dood van Actaeon van Titiaan

De dood van Aktaion, schilderij van Titiaan, rond 1550

Wie als schrijver zijn fantasie de vrije loop wil laten maar daarbij een schijn van degelijkheid wil ophouden, doet er verstandig aan een verre periode te kiezen. Een gelukkige keus is dan meestal de tijd tussen historie en prehistorie, niet toevallig ook het favoriete domein van de mythologie.  Omdat over dergelijke periodes weinig bekend is, kunnen lezers feiten en verbanden in verhalen uit die tijd niet controleren. Ongetwijfeld hield Vestdijk hier rekening mee toen hij rond 1959 dit boek de ondertitel gaf Roman uit het voor-Homerische Griekenland.  Van alle boeken in zijn literaire ‘gebergte’ komt dit het dichtste bij fantasy.  Losjes op een mythe gebaseerd en met Aktaion als officiële maar met de centaur Cheiron als eigenlijke hoofdpersoon. Want Cheiron is verreweg het diepste en rijkste karakter in dit boek.

Hierdoor wordt boeiender wat Cheiron uitspookt, waar hij vandaan komt, wat zijn plannen zijn en wat er in hem omgaat dan waar de blaag Aktaion zich mee bezig houdt. Cheiron is bovenmenselijk: slimmer, sterker, wijzer en welsprekender dan wij. Een afgezant uit een onbekend tijdperk en misschien wel de laatste in zijn soort. Mensen ontvangen hem met vrees, hoon en ontzag. Is  dit een monster of een god?  Een demonische hengst of een groot filosoof? Of beide, want is het niet hoe grotere geest, hoe groter beest?  Cheiron is als een Leonardo, een eenoog tussen blinden, of een getalenteerde die behoedzaam moet laveren om de woede van het gewone volk voor te blijven. Kunstenaars en non-conformistische intellectuelen zullen veel in hem herkennen.

Trigger happy

Cheiron en Aktaion kennen we van onder andere Ovidius en Apollodoron. In hun werk is hij een gretig jager; in Vestdijks boek wordt hij een eenzame, obsessieve vereerder van de jachtgodin Artemis. Vestdijks Aktaion draagt een onzeker lot dat ons bezig houdt; de jongen is grillig en humeurig. Uit alles blijkt dat zijn onevenwichtigheid tot dood en verderf zullen leiden; trigger happy trekt hij graag zijn zwaard om zijn woede te koelen. Veel zachtheid zit er niet bij. Hoe loopt het met hem  af? De dreiging van het noodlot hangt voortdurend over hem heen.

In het klassieke verhaal mag Cheiron als enige centaur aanzitten bij ontwikkelde Hellenen, en is hij minder beestachtig, verfijnder en menslievender dan zijn kompanen. De andere centaurs zijn primitiever. Hun verstand is veel minder ontwikkeld, zij zijn hooguit mensachtig en zij volgen vooral hun driften. Hun gedrag is vaak bronstig en onbeheerst en verschilt weinig van de faunen, behalve dat centaurs door hun grotere kracht vaak nog destructiever zijn. In Cheiron heeft de menselijke kant de overhand, uniek voor een centaur. Op oude vazen zien we hem met zijn voorkant in een plechtige mantel en zijn voorbenen  als menselijke benen; paardachtig is alleen zijn achterkant.

Vestdijk, die geniet van onbetamelijkheden, maakt omdat het hem amuseert Cheiron iets beestachtiger dan in de mythe. Zo suggereert hij dat hij de dienaressen van de tempel waar hij les geeft, buiten het zicht van zijn leerlingen allemaal bestijgt; dat hij terwijl hij rustig staat te converseren met koningen en prinsen, tegelijk grote paardenhopen achterlaat, en dat hij in één enkel onbeheerst moment dreigt de mooiste prinses in te schaken. Een duister Vestdijkiaans sprookje.

Onder de sterren

Cheirons nukken en luimer zijn uitgekookter, meer doordacht dan die van Aktaions puberale brein; de wijze oude ‘man’ versus een opgeschoten knul die het ene moment denkt dat hij de wereld aankan, het andere moment steun zoekt bij Simaetha, een bejaarde geitenhoedster in de bergen, zijn oude zoogster die hem ook nog de lessen van de liefde heeft geleerd en nu een onzekere toevlucht is. Decor van de roman is het kleinsteedse Jolkos en omgeving, een ministaat met zijn eigen kleine en zwakke koning, en zijn eigen kleine en zwakke goden, gelegen aan de voet van de mysterieuze, wild begroeide berg Pelion vanwaar de centauren komen en waar de natuur als zij woest wordt , spookgestalten voortbrengt.

Voortdurend houdt Vestdijk in het midden of de goden producten van de verbeelding zijn, of werkelijk. Zeker is dat in dit voor-Homerische Griekenland  de Grieken de goden werkelijk zien. Scheidslijnen tussen mens, held en god zijn daarbij dun. Velen houden het voor mogelijk dat een mens in een god verandert.

In de mythe is Aktaion met zijn vijftig honden op jacht als hij neerknielt bij een beekje om te drinken. Als hij opkijkt, ziet hij bij toeval vlakbij in een poel naakte vrouwen baden. Naderbij komend, begrijpt hij dat  dit de jachtgodin Artemis is met haar nimfen. Woedend om zijn gluurgedrag verandert zij hem in een hert. De honden janken klaaglijk als zij hun baasje missen. Zoekend vinden ze het hol van de Cheiron die een beeld heeft gemaakt van Aktaion. Dat beeld troost de honden.

Er is ook een wredere versie, onder andere beschreven door Euripides, waarin het hert wordt verscheurd door de honden. Vestdijk kiest voor die versie en brengt er nog meer dood in; die nacht sterft in zijn roman de centaur. Zijn ziel gaat over in het door hem gemaakte witmarmeren  beeld van Aktaion, dat beschenen door de maan het hol verlaat en dan zelfstandig naar de sterren zweeft.

Joie de vivre

Sceptisch als de schrijver is, kan hij het toch niet laten  de lezer deelgenoot te maken van het miraculeuze.  Vlak voor Cheirons dood materialiseert de streep maanlicht die door een rotsspleet omlaag valt, in een vrouwengestalte. Wie ook maar een tel je blik afwendt, ziet daarna alleen nog maanlicht en vraagt zich af of het echt is wat hij heeft gezien.  Een ander wonder is het moment waarop Cheiron een offergave opeet en deze wandaad ongedaan maakt door gelijk een nieuwe op het altaar te leggen, schijnbaar uit het niets. Het is een gecompliceerd geschenk aan de goden, samengesteld uit aren van verschillende granen, zoals gerst, rogge en tarwe, en aangevuld met kruiden, noten en vruchten.  Cheiron kan veel meer, zoals andere centauren oproepen die woeste daden plegen, en daarbij een dusdanige verwarring stichten dat achteraf iedereen een ander verhaal vertelt over hun optreden. Vestdijk zegt bij een gelegenheid iets als: ‘ze waren echt, en toch weer niet, het vuil op hun vachten schitterde lichtgevend op als zij bewogen.’

Cheirons uitspraken behoren tot de mooiste regels in Aktaion. Het zijn geen aforismen, eerder spreukachtige stijlbloemen, een speels wentelen van gedachten vol poëtische zeggingskracht die anderen doet verstommen en lomp lijken. Cheiron is de  kunstenaar par excellence, met elegante handen die prachtig beeldhouwen en schilderen. Vestdijks laat hem spreken met de stem van de natuur. Die stem wil dingen afleren en mensen hun onbevangenheid terug geven. Cheiron is in deze roman Aktaions leermeester. De centaur wil hem bevrijden van zijn obsessies en hem luchtigheid, joie de vivre en een ontspannen levenshouding geven. Maar met zijn vooruitziende blik ziet Cheiron al gauw dat dit een onbegonnen zaak is.  De brutale en ongezeglijke Aktaion is een gedoemde, een speelbal van de goden, onbewust van wat hem boven het hoofd hangt.

Aktaion toont de psychologische rijkdom en diepgang van de oude Grieken, hun bonte fantasie en prachtige lyriek, gevat in de misantropische mantels en jassen waar Vestdijk zijn hoofdpersonen graag in hult. Op de idyllische subtropische centaurenberg Pelion laat hij het gestaag regenen, is het vooral  herfst en winter, en stromen de tranen even welig als de beekjes. Zo overdekt hij met zijn vertelkunst het stralende Hellas geregeld met een somber noordelijk waas.  Het zij hem vergeven. Aktaion is een van zijn mooiste romans. Het blijft ook een echte Vestdijk met alle aanpalende bezwaren; zoals de psychologische bespiegelingen die al zijn boeken taai maken. Ze zijn nu eens subtiel en diepzinnig, dan weer warrig en duister. Zij zijn het die Vestdijk een moeilijk schrijver maken. Aan zijn dialogen ligt het niet. Zeker in Aktaion zijn die messcherp. Zijn verhaallijn is meeslepend, de beschrijvingen sappig en beeldend. Maar het tobbige gezever over motieven waar hij zo dol op is en waar hij ook dit verhaal vaak mee onderbreekt, staat deze lezer tegen. Dat ik doorlees, is vanwege de vreemde en boeiende wereld die hij voor mij ontsluit en die ik desondanks graag wil leren kennen. En die maakt, dat ik nog meer romans ga lezen van deze hoogst originele schrijver.

Zie het antiquarisch te pakken te krijgen, of in een bibliotheek; want boeken als Aktaion worden niet meer geschreven.

Simon Vestdijk, Aktaion onder de Sterren. Roman uit het voor-Homerische Grieksenland (1960) 

Advertentie

Over Zilvervis

Zilvervis staat voor drs H.F. (Frank) Flippo (1962), schrijver, journalist, historicus. Auteur van 'Esoterie in begrijpelijke taal', ( maart 2013) en reisbundel Van het Pad (oktober 2017) Interesses: letterkunde, mythologie, filosofie, biologie.
Dit bericht werd geplaatst in Literaire onderwerpen en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.