Tzintzuntzan, plaats der kolibries

De kerk in Tzintzuntzàn. Foto: Los viajes del Cangrejo, IMG_9464, Flickr

De kerk in Tzintzuntzàn. Foto: Los viajes del Cangrejo, IMG_9464, Flickr

(Van een opgebaarde Jezus en een spontane omhelzing) 

(December 1998) 

Diep in Mexico, in de staat Michoacàn, bezoeken wij het Purépecha-heiligdom Tzintzuntzàn. De Purépecha-indianen hadden voordat de Spanjaarden aankwamen een groot en machtig rijk dat zelfs in staat was de Azteken te verslaan. Ze wonen nog altijd hier rond het meer van Pàtzcuaro, waar zij vissen met dezelfde vlinderachtige schepnetten van toen.

Tzintzuntzàn betekent Plaats van de Kolibries, maar het gebouw is niet erg liefelijk. Boven  metersdikke muren staan afgeplatte torens, yataka’s, die bars uitkijken over het meer. Natuurlijk was dit ook een fort. Een vuur als waarschuwing, maar ook een godenoffer is hier van veraf te zien.  Het uitzicht is fraai, maar de kermis van stalletjes en opdringerige verkopers lijkt de ziel te hebben verdreven. Die is verhuisd naar een voormalig klooster in het gelijknamige dorpje.

Daar wonen allang geen monniken meer. De lokale bevolking gebruikt de kloosterkerk als de plek van samenkomst die hier altijd al was. De Spaanse missionarissen begrepen dat bepaalde dingen moeilijk te veranderen zijn en bouwden hier hun kerk. In die kerk zijn inheemse rotsgravures verwerkt die op deze plaats zijn gevonden en die in de 17de eeuw ook al oeroud waren.

Al is driehonderd jaar ook een respectabele leeftijd; dat zien we aan de olijfbomen met die leeftijd. Ze zijn nog gepland door de eerste Europeanen die hier kwamen. Verkorreld door de tijd maar nog steeds in leven, steken de bomen hun gekloofde glimmende stammen nog altijd naar de hemel, hoe spinachtig hun stronken ook zijn en hoe schaars hun loof.

Achter de kerk staat een voormalige openluchtkapel. Hij is al bijna weer uiteengevallen in de brokstukken waaruit hij ooit was samengesteld. De Spanjaarden bouwden hem om hele drommen tegelijkertijd te bekeren onder de blote hemel. Deze natuurmensen kregen ze met geen stok een hoog stenen gebouw in. Pas na de bekering kwam  de kerk.

De kerk is een bos. Langs het looppad zijn aan de banken met zilverdraad grote struiken vastgemaakt. De brede bladkruinen op bevinden zich op ooghoogte en geven een mint-achtige  geur af. De grootste schat hier is een Christusbeeld opgebaard als Assepoester in de glazen kist. Het houten lichaam helemaal omwikkeld met witte en blauwe doeken, op het gezicht na. Een man verkoopt setjes van drie foto’s die een wonderlijke transformatie laten zien: I  het beeld bloedend uit vele wonden en met gepijnigd gelaat; II de kruisafname; III het lichaam in de kist, met een gezicht dat tevredener oogt.

Dat kan natuurlijk helemaal niet, want het is een houten kop. Ik betwijfel zelfs of het gezicht op de verschillende foto’s er wel anders uit ziet. Kijk nou eens goed, zegt mijn reisgenote. Je kunt dat toch zo zien? Ik kijk nog eens. Er lijkt toch verschil te bestaan. Ik geef onwillig toe, want het is moeilijk, iets te erkennen wat zo in strijd is met alle logica. Maar het gezicht heeft een andere uitdrukking gekregen. Hoe kan dit? De indianen bezitten de sleutel tot vele geheimen…

Om Assepoesters kist blinken lichtjes in vele kleuren aan en uit op de maat van Jingle Bells.

Nog even niet wetend wat we van dit alles moeten vinden, lopen we weer de weg op in de richting van de tempel van Tzintzuntzàn. Dan stopt een auto vlak naast ons. Een tweedehands Mercedes, stampvol kinderen. Het lijkt wel of er twee families in zijn gepropt. Het portier vliegt open, een besnorde man springt er uit en rent naar me toe. De auto rijdt aarzelend verder, vaart minderend. Je auto, roep ik. De man maakt een sussend gebaar. Hij loopt nog steeds op me af en roept: ‘O, wat geweldig dat je ons bezoekt’. Ik ruik zijn drankkegel. ‘Omhels me.’ Och ja, denk ik, kom maar hier. Een hug. De huisvader rent terug naar de auto. Zijn vrouw kijkt bezorgd uit het raampje. De auto geeft gas, weg zijn ze.

 

Advertentie

Over Zilvervis

Zilvervis staat voor drs H.F. (Frank) Flippo (1962), schrijver, journalist, historicus. Auteur van 'Esoterie in begrijpelijke taal', ( maart 2013) en reisbundel Van het Pad (oktober 2017) Interesses: letterkunde, mythologie, filosofie, biologie.
Dit bericht werd geplaatst in Mexico, Reisverhalen, Spiritueel en getagged met , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Tzintzuntzan, plaats der kolibries

  1. Pingback: Christusbeelden met mensenhaar; een reis lang Mexicaanse kerken | Zilvervis

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.