(Mexico)
Deze ochtend sneeuwt het in Guanajuato; witte korrels vallen op de bougainvilles en de palmen. Samen met de andere studenten van de taalschool maken we in een wit Mercedesbusje een dagexcurisie richting San Miguel de Allende Met isolatietape plakken we de kieren af tegen de kou. ‘Technologie hebben we hier niet, dat weet je’, grapt hoofddocent Jorge, en trekt een lap over zijn bibberende benen. (de lezers van dit blog zijn in dit fragment kortstondig met mij op reis in 1998, tijdens mijn Tour du Monde van dat jaar)
Overal strekken zich heuvels uit, bedekt met een fijn bevrozen filigrain. Iets van de weg af staat een oude man in een lange mantel met zijn rug naar ons toe. Hij lijkt bewegingloos de verte in te staren. Een capuchon overhuift zijn gezicht. Zijn blikveld wijst slechts naar een lage, spaarzaam begroeide helling. Als ik Jorge vraag of hij weet wat die man daar doet, glimlacht hij raadselachtig en zegt: “Mexico’s landkaart telt vele witte plekken. Niet alles is in kaart gebracht. In de wildernis liggen dorpen die in geen enkel register terug te vinden zijn. Ze liggen aan paden die alleen de lokale mensen kennen. Daarginds bijvoorbeeld loopt een pad, maar dat is alleen voor kenners zichtbaar, aan kleine accenten in het landschap.”
Ik bedank Jorge en vraag me af: roept de man aan de kant van de weg een oude godheid aan? Of staat hij gewoon op iemand te wachten? Ik had me dit niet afgevraagd, als ik niet veel vaker onderweg dit soort raadselachtige stilstaande mannen was tegengekomen.
Lifters
Na een hele poos rijden maakt de wat triest stemmende halfwoestijn plaats voor een lage vallei met wat weelderiger begroeiing. Je zou het een oase kunnen noemen, maar dat klinkt vreemd in dit koude weer. Langs deze verlaten binnenwegen zien we hier en daar kleine groepjes mensen die wel met hun gezicht naar de weg toe staan. Zij wachten tot iemand hen wil meenemen. Als we stoppen, zien we hoe ze staan te rillen. Hele gezinnen komen binnen. Schuw en bijna onwillig nemen ze plaats. Sommigen zien blauw van de kou. Bij drie Indiaanse tienermeiden in dunne synthetische truien werpt Jorge wat charmes in de strijd. Hij maakt op vriendelijke toon grapjes in een bliksemsnel Mexicaans dialect dat ik niet begrijp. De meeste mensen rijden maar korte stukjes mee. Bij het verlaten van de auto even verderop wensen de meiden ons gelukkig kerstfeest. Iedereen is dankbaar, op een nederige manier. God zal het u lonen, lieven mensen, bromt een schilderachtige man met een zongelooid gelaat, een breedgerande sombrero op een met een gevlochten mand vol potterij voor op de markt. Hij blijft maar buigen en groeten, tot we uit het gezicht zijn. Dit is het warme, bescheiden Mexico naast het harde Mexico van de pistoleros en de gated communities.
Welcome in California
Na nog meer kaalte en eenzaamheid draaien we een parkeerplaats op van een zacht oranje geverfd gebouw met gebogen vormen, Californian style. Het is of we ineens Mexico achter ons laten en de USA in rijden. Mevrouw Romero, de moeder van ons gastgezin, serveerde het vanochtend af met een zweem van minachting waarmee ze de woorden ‘A gringo place’ uitsprak.
Dit zijn thermische bronnen in een niemandsland, onze bestemming van vandaag. Wij zevenen zijn de enige bezoekers, de stilte is immens, maar zelfs in deze kou geurt de woestijn heerlijk, nog afgezien van de mentholgeuren uit het warme binnenbad. Van cement zijn hier kunstmatige holtes geboetseerd bovenop wat natuurlijke holtes lijken, met looppaden van zachtroze klinkertjes, ‘very American’ hoor ik weer zeggen. Het warme water wast alle muizenissen weg zodra we afdalen. Een holle, dampige gang met vocht druipend van de wanden leidt ons omlaag naar een ovenvormige, grot waar het water in stralen van de wanden stort.
De lucht in onze verblijfplaats bij de Romero’s , in een stadje hoog op de Mexicaanse vulkaanvlakte, is zo droog dat onze neuzen pijnlijk zijn, ik heb er al een paar bloedneuzen aan overgehouden. Dan leer je de geneugten van een stoombad weer waarderen.
Heel fijn om lezen
LikeLike
Dank Natuurfreak! Ik ga in de toekomst nog veel meer reisverhalen publiceren.
LikeLike