(Door Frank Flippo)

In India, het warme geboorteland van de yoga, gebeurt het van oudsher in de buitenlucht. Maar ook bij ons is er weinig tegen op buitenyoga: parken, stranden en natuurgebieden te over. Yoga kan op elke vlakke plek. Van april tot november is het weer vaak prima. Oké, plotselinge hoosbuien bestaan en je je kunt om de haverklap worden onderbroken in je oefeningen. Maar de buitenyogi ontdekt dat interrupties en rotweer eerder uitzondering zijn. En dan nog. ‘All things must pass’ zei George Harrison (1970). De echte spirit of yoga : gelijkmoedigheid temidden van veranderingen. Alles verandert voortdurend en dat hoort bij buiten zijn. Je mooiste yoga-ervaringen krijg je misschien wel buiten. Hier tips om beslagen ten ijs te komen…in de zomer.

Van binnen naar buiten

Je eerste kennismaking met yoga was waarschijnlijk in een kaal zaaltje dat met kaarsen en geurverdampertjes wat sfeervoller werd gemaakt. Op zulke plekken wordt yoga in het westen nu eenmaal onderwezen. Yoga begon hier vanuit de steden. En daar is meestal weinig ruimte voor buitenyoga. Veel yoga gaat de zaaltjes nog niet uit, maar er komt verandering. Meer leraren en cursuscentra brengen hun asana’s naar buiten. En veel beoefenaren doen al yoga in hun achtertuinen, op strandjes en in parken. ’s Zomers is buitenyoga heerlijk. De tijd die je dan doorbrengt in de buitenlucht, onder de blote hemel, is onbetaalbaar. In de natuur wordt focussen gemakkelijker: in koele bossen, of met de ruisende zee op de achtergrond ervaar je yoga anders.

Matje, water en handdoek altijd mee

Neem voor de zekerheid altijd je matje mee, ook al is het lekker, tijdens yoga je handen en voeten te begraven in het zand bij wijze van evenwicht. Yoga op gras is ook lekker. Donkere kleding voorkomt grasvlekken. Op een modderige ondergrond houdt je matje je schoon en droog. Het beschermt je knieën en voeten als je op kiezels en steentjes oefent. Opgerold, is het je kussen in de sayasana ( slaaphouding). Vergeet nooit je waterfles, en een grotere dan je binnen gewend bent, als je die binnen als gebruikt. Buiten kan het warmer of vochtiger zijn, zelfs vergeleken met een lokaal zonder airco. Een ruime watervoorraad is aan te bevelen, vooral als je eerst een wandeling maakt naar de plek van je oefeningen. Je handdoek mag evenmin ontbreken. Ook binnen dient hij om transpiratie op te vangen. Buiten kun je meer bezweet raken dan binne, of klammer door vocht. Met je handdoek kun je ook zand, aarde of dauw van je lichaam vegen.

Wind, honden, insecten

Meestal is buitenyoga prettig, maar het blijft buiten. Wie zich buiten ophpudt, is deel van het altijd beweeglijke systeem van de natuur. Buiten is bijna altijd heerlijk verkoelende wind en je kunt dan het spel observeren met de warrelende boombladeren. Wind kan ook je haar en losse kleding alle kanten op blazen, en je besproeiien met zeewater of vocht van tuinslangen en fonteinen. Houd ook rekening met andere interrupties. Het weer kan omslaan. Of honden komen nieuwsgierig bij je buurten en gaan je kwispelstaartend besnuffelen. Bij opkomende vloed krijgt de beach-yogaklas ineens natte voeten. En dan heb je nog de insecten. Los van muggenbeten heb je er meestal weinig van te vrezen. Insecten lijken juist af te komen op mensen die er het meest over in zitten. Insecten zijn gewoon deel van het natuurlijk evenwicht. Voor jou hebben ze nauwelijks belangstelling. En jij niet voor hen, je bent toch met yoga bezig? Gebruik zo min mogelijk synthetische haargeurtjes en huidcremes die hen aanmoedigt je te komen te komen onderzoeken en in je buurt te blijven. OK, één middeltje: lavendelolie op je polsen houdt de meeste insecten uit je buurt. Yoga ze!

Bron: mnn.com

(Op 17 augustus 2012 ook gepubliceerd op hetkanWel)