Mythe 1: Hindoes aanbidden afgoden.
Realiteit: Hindoes vereren wat hen herinnert aan het goddelijke. Geen hindoe zal ooit de term afgodsaanbidding in zijn mond nemen omdat de term onjuist is, naast dat hij beledigend is. Hindoes geloven dat een fysieke vertegenwoordiging van het goddelijke, zoals een godenbeeld, hen helpt bij het richten van hun aandacht op een specifiek soort bidden of mediteren. Bijvoorbeeld, iemand die zojuist een nieuw bedrijf heeft geopend, kan een offer brengen aan Ganesh, de olifantgod die onder andere staat voor materieel succesvol zijn.
Mythe 2: Hindoes aanbidden koeien.
Realiteit: Hindoes bidden niet voor koeien, maar beschouwen de hele schepping en al het leven als heilig. Koeien bekleden wel een bijzondere plaats in de hindoesamenleving. Om die reden zien hindoes af van het eten van rundvlees. Zij zien koeien als vriendelijke, moederlijke wezens die ons steunen door onder andere melk te geven. Ze worden geëerd omdat ze gezien worden als waardevol.
Mythe 3: Alle Hindoes zijn vegetariërs.
Realiteit: de meerderheid van de hindoes eet vlees. Maar ongeveer 30 procent doet dat niet. Hun vegetarisme stoelt op een fundamenteel geloof in ahimsa, het principe van geweldloosheid. Hun gedachtegang: omdat alle levende wezens manifestaties zijn van het goddelijke, is geweld tegen hen strijdig met het natuurlijke evenwicht van de kosmos.
Mythe 4: Het hindoeisme ondersteunt een discriminatoir kastensysteem.
Realiteit: Discriminatie op basis van kaste wortelt niet in de religie, maar in de cultuur ter plaatse. Het kastensysteem is van oorsprong een oude beroepsindeling die omschreven is in hindoeteksten. In de loop van de jaren heeft deze indeling zich ontwikkeld tot een rigide sociale hiërarchie. Toen pas werden de laagste klassen als ‘onaanraakbaren’ betiteld, gemarginaliseerd en vervolgd. Vele moderne hindoes betogen, en vinden, dat discriminatie op basis van kaste niet onverbrekelijk verbonden is met het hindoeïsme en dat mensen niet zouden moeten denken dat hier ook maar enige religieuze rechtvaardiging voor bestaat.
Mythe 5: Vrouwen bekleden een onderdanige positie in het hindoeisme.
Realiteit: Niet religie is de oorzaak van de maatschappelijke achterstelling. Een belangrijk verschil met bijvoorbeeld het christendom of de islam is, dat hindoes ook vrouwelijke goden kennen. Hindoes vereren bijvoorbeeld de universele moedergodin Shakti. Tot de meest populaire godinnen behoren Parvati, een manifestatie van Shakti; Saraswati, godin van wijsheid, en Lakshmi, godin van voorspoed.
Dat vrouwen in India minder te vertellen hebben dan mannen valt moeilijk te ontkennen (en is een understatement, FF). Dat komt niet door de religie, maar door de neiging religie te gebruiken om vrouwen er onder te houden. Een dergelijke houding is verwant aan die in islamitische samenlevingen, waar vrouwen gedwongen worden zich van het hoofd tot de voeten te bedekken.
Supriya Shukla, een bekende Bollywood-actrice en Indiase televisiepersoonlijkheid, zegt hierover: “Ik geloof niet dat onze godsdienst ook maar enige basis biedt voor het neerkijken op vrouwen.” en: “Nergens in de Veda’s vinden we aanwijzingen van dien aard.”
Mythe 6: Hindoevrouwen met ‘rode stippen’ op hun voorhoofd zijn getrouwd.
Realiteit: Soms is dit het geval. Ooit was een rode stip bij hindoe-vrouwen een symbool voor getrouwd zijn. Tegenwoordig geldt deze stip of bindi als grotendeels decoratief. Meisjes en volwassen vrouwen, of ze nu single zijn of getrouwd, dragen bindi’s in alle kleuren als uiting van mode. Je hebt ook een ander soort tekening op het voorhoofd, een tilak. Die heeft een religieuze betekenis. Meestal wordt hij aangebracht met een pasta van sandelhout, met as of met rode kurkuma. Hij kan de vorm hebben van een stip, van lijnen of een combinatie van beide.
Mythe 7: de Bhagavad Gita is de bijbel van de hindoes.
Realiteit: het hindoeisme heeft geen centraal voor iedereen gezaghebbend boekwerk. Maar het hindoeisme kent een grote rijkdom aan geschriften en een enorme verzameling oude religieuze werken. Hindoes geloven dat de goden aan wijze mensen waarheden hebben geopenbaard die deze waarheden duizenden jaren hebben doorgegeven door een rijke mondelinge traditie. Deze oude geschriften omvatten onder andere de Veda’s, de Oepanisjaden, de Poerana’s en de Bhagavad Gida.
Dit laatste werk maakt deel uit van het epische verhaal de Mahabharata. Het gedicht van 700 verzen is misschien wel het langste ter wereld, en heeft de vorm van een dialoog op het slagveld tussen een prins, Ardjoena, en Krisjna. Het bevat de kernwaarden van het hindoeisme, maar niet alle hindoes lezen de Gita.
Mythe 8: Karma is fatalistisch.
Realiteit: Iedereen kan zijn eigen levenspad kiezen. Dit is wat karma betekent: elke actie die een mens teweegbrengt, veroorzaakt een daarmee corresponderende reactie. Hindoes geloven dat ze de gevolgen van daden in het verleden moeten aanvaarden. Elke persoon schept met zijn daden zijn eigen lot. Het ultieme doel is, karma te vergaren die je ziel zal bevrijden en je moksha zal schenken, of bevrijding uit de cyclus van wedergeboorten. (Mosha moet niet gezien worden als ‘vrij van zonden’, eerder als ‘niet langer geplaagd worden door de lasten van het ik’, FF, bron: Wikipedia)
Bronnen: Hindu-American Foundation, Hinduism Today en Vasudha Narayanan, redacteur van Brill’s Encyclopedia of Hinduism
©Moni Basu, CNN