
Op zoek naar een authentieke zee ervaring landden we halverwege de Franse falaisekust in een stil dorpje dat zich wat ongemakkelijk tussen de krijtrotsen had genesteld. Er hing een indringende geur van vissekoppen en mosselschelpen. Op 20 meter van het strand vonden we ons onderkomen. Een sober geklede dame van middelbare leeftijd deed open, er hing triestheid om haar net te oude pullover, haar keurige kortgeknipte haren en vooral haar glimlach, met een wereld van verdriet achter haar beleefdheid. ‘Mijn man is kort geleden overleden.’ Haar fijngesneden Franse gezicht vol lijntjes van subtiele melancholie.
Ze zei het terloops, alsof je een scheefstaande bloem bij het langs lopen even terug op zijn plek schuift tussen de rest van het boeket. Een boeket was zij ook, vol waardige distinctie. Geen een om snikkend je gezicht in te begraven, maar om peinzend en bewonderend naar te kijken.
‘Deze dingen zijn de basis, de rest spreekt voor zich’, zei ze ter afsluiting van haar korte instructie en overhandigde ons de sleutels. ‘Veel plezier in ons huisje’. En ze vertrok.
Die middag hulde een fijne mist die vanuit zee op kwam zetten, de straten in een ijle betovering waar de zon nog net doorheen kwam. ‘Bijzonder dit’, zei ik tegen een ober in een restaurant aan het haventje. ‘Vinden wij ook’, antwoordde hij. ‘Dit is vrij zeldzaam.’
Door de vallende duisternis, in de groeiende mist, wiekte met weidse, trage vleugelslagen een grote witte vogel weg. Ik keek hem na tot hij om de hoek van het klif verdween.