In alle toonaarden is het bezongen: wij zijn langzaam maar zeker bezig onze aarde kapot te maken. En dat terwijl het ook anders zou kunnen. In 1977 verscheen ‘Gaia’ , een boek waarin de Britse wetenschapper James Lovelock de naam van de oude Griekse godin van de aarde gebruikte om onze planeet te beschrijven als een levend wezen. Al Gore reisde een decennium later in hetzelfde stramien met zijn film ‘An Inconvenient Truth’ de wereld rond. Voor Kees Zoeteman was Gores inititatief de aanleiding om zijn boek ‘Gaiasofie’ (1989) te schrijven, en twintig jaar later een vervolg, dat hij ‘Gaia logica’ noemde. Gaiasofie, en nog sterker Gaia logica, wijzen de richting die de wereld uit kan, en eigenlijk uit moet. Een uitgebreide bespreking van een onmisbaar boek.
Gaia
Net als in Gaia logica stelt Zoeteman in Gaiasofie de aarde voor als een levend wezen met bijvoorbeeld oerwouden als longen, water als bloedsomloop en bergketens als botten. Dergelijke vergelijkingen gaan terug op mythologische verhalen over de schepping van de wereld. Gaiasofie is een krachtig pleidooi om het verziekte lichaam van de aarde zo snel mogelijk te genezen. Met onze techniek, zegt Zoeteman in Gaiasofie, hebben wij ‘kankergezwellen’ neergezet in het aardse landschap. Wij hebben Moeder Aarde zelfs een sporthart en hyperventilatie gegeven. Maar we kunnen haar ook genezen. Die genezing begint bij onszelf. Daarnaast pleit Gaiasofie voor een krachtig wereldbestuur en een wereldmilieudienst die Gaia’s gezondheid bewaakt, met een kringloopeconomie die afvalstoffen recyclet. Willen we overleven, dan is er geen andere optie. Gaiasofie geeft aan hoe wij ons gedrag en de ruimtelijke ruimte kunnen afstemmen op de draagkracht van Gaia. Zoeteman ondersteunt zijn plannen met holistische filosofie (Capra, Sheldrake e.a.) en antroposofie (Steiner en vele secundaire bronnen). Gaiasofie gaat over de aanpak van het milieuprobleem en richt zich daarbij op wat zich op, onder en boven het aardoppervlak afspeelt. Gaia logica gaat nog dieper en hoger, zonder daarbij het fundament te verliezen. Omdat zo vele idealistische boeken juist op dit punt mank gaan, mag dit een prestatie heten.
Bij Gaia logica is het thema in die zin breder, dat wij niet alleen de aarde verwoesten, maar ook de omringende ruimte die deel uitmaakt van haar levende weefsel. Die ruimte is dus geen luchtledig zonder meer. Eerder is sprake van een geleidelijke overgang van gezonde buitenlucht naar een levensvijandige interplanetaire ruimte. Daartussen bevinden zich verschillende lagen, met elk hun eigen functie, invloed en identiteit.
Zeven elementensferen
Kees Zoeteman onderscheidt in totaal een zevental lagen. Zeven is een oud magisch geluksgetal. Godsdienst, filosofie en mythologie met hun eeuwige, inspirerende verhalen zijn nooit ver bij deze hoogleraar duurzaamheid met een exacte (chemie), een filosofische (holisme) en een beleidsmatige (topambtenaar) achtergrond. In het eerste deel van het boek verkent hij de grenzen van de waarneembare wereld tot op subatomair niveau en tot in de buitenruimte. Het zintuiglijke gaat daar over in het buitenzintuiglijke. Heel toepasselijk heeft hij het over ‘ethersferen.’ Ether kennen wij als een bedwelmend middel, of als het medium voor radiogolven. Maar hier heeft ether een bredere betekenis. Ether betekent hier een zeer subtiele informatiedrager. Meer idealistisch geformuleerd: ether of ‘etherkracht’ is de organiserende instantie van het leven zelf. Zoals God, maar dan niet als persoon. Ether is te vergelijken met de morfogenetische velden van de Britse onderzoeker Rupert Sheldrake. Sheldrake (en Zoeteman) stelt dat de hersenen niet werkelijk de zetel van onze ziel zijn, en dat onze levenskracht niet werkelijk in ons lichaam zit. Ziel en levenskracht huizen in een veld er omheen, het morfogenetische veld. Dit verklaart vele zaken waar de gangbare wetenschap nog geen antwoord op heeft, zoals wondgenezing, uittredingen en bijna-doodervaringen.
Mensen die alleen iets aannemen wanneer daar harde bewijzen voor zijn, vragen zich misschien af: Bestaat de ether (of het morfogenetische veld)? Wis en waarachtig, zegt Kees Zoeteman en noemt een keur van voorbeelden waaruit dit subtiele materiaal kan worden afgeleid. Hij neemt als vertrekpunt de vier elementensferen zoals Rudolf Steiner die onderscheidde en voegt daar zelf drie aan toe. Zo komt hij tot zeven ethersferen met elk hun identiteit en uitwerking. Ze liggen als opeenvolgende schillen om de aarde. Deze zijn: de aarde (gesteentesfeer), het water ( hydrosfeer), de lucht (stratosfeer), de warmte-ether (lagere thermosfeer), de lichtether (hogere thermosfeer), de klankether (exosfeer) en tenslotte de levensether (magnetopauze).
Gezamenlijke aanpak
In de beschrijvingen van deze sferen laat hij zien hoe het menselijk handelen de aarde tot in haar verste sferen vaak negatief beïnvloedt. Hij rept zelfs van ‘duivelse experimenten’: hoe zonder enig verantwoordelijkheidsgevoel ingenieurs rond 1960 atoombommen in de atmosfeer lieten ontploffen om de uitwerking te testen op het radioverkeer. Bij een experiment in Texas verscheen er bij Los Angeles een soort noorderlicht, iets wat op die breedte normaal nooit te zien is. Er ontstond een gat in de ozonlaag dat lange tijd aanhield. Kees Zoeteman schetst naast dit effect, nog vele andere zorgwekkende consequenties die lang onderbelicht zijn gebleven.
Een van de functies van de hogere luchtlagen en ‘ethersferen’ is een scherm opwerpen tegen dodelijke straling van de Zon. Hiermee beschermt de ether het leven op aarde. Gaia logica laat zien dat we hard bezig zijn, deze bescherming om zeep te helpen, met nog onvoorziene gevolgen. Zoeteman maakt duidelijk dat dit zaken zijn die het leven op de hele aarde aangaan en dat een hoge ethische standaard noodzakelijk is, willen we niet te gronde gaan aan de grillen van onbesuisde wetenschappers en zakenlieden. Op een minder ‘hoog’ niveau, veel lager in de atmosfeer, speelt een gelijksoortige noodzaak bij de beheersing van klimaatverschijnselen. De auteur laat het niet bij hypothesen en denkbeelden die de noodzaak van een gezamenlijke aanpak onderstrepen. In het derde deel van Gala logica passeert een stoet aan maatregelen die laten zien dat een ecologische wereld zeer wel mogelijk is. Met bijvoorbeeld windenergie kan, optimistisch ingeschat, een hoeveelheid energie worden opgewekt die maximaal vijf keer groter is dan het huidige wereldenergieverbruik.
Van mondiaal naar kosmisch milieubewustzijn
Kernpunt van dit boek is dat de mens niet alleen op aarde, maar in alle zeven sferen zijn verwoestende invloed laat gelden, in de meeste gevallen zonder dit te beseffen. De gevolgen op aarde van milieuschade zijn grotendeels bekend, maar die in de hogere sferen veel minder. Het energetisch stromende van bijvoorbeeld de lichtether kan geblokkeerd raken door amoreel handelen, zoals moedwillig pijn toebrengen en onderdrukking. Deze handelingen verstoren het menselijk etherlichaam, maar ook dat van de natuur zelf. Gevoelige mensen kunnen volgens de auteur de etherenergie waarnemen en voelen die ook in gebieden rond concentratiekampen. De natuur zucht er onder een geblokkeerde etherenergie, waardoor bomen en andere planten er slecht gedijen. Het tegendeel kan ook optreden. Door uitzonderlijk veel aandacht, warmte en energie uit te zenden kunnen mensen het plantenrijk tot ongekende prestaties aanzetten. Het mooiste voorbeeld is Findhorn, een leefgemeenschap in het zonarme Noord-Schotland waar planten afmetingen bereikten die daar normaal nooit voorkomen.
Mythologie, spiritualiteit en wetenschappelijk denken gaan in dit boek een spannend gesprek aan. Gaia logica zweeft in het eerste deel naar grote hoogten, maar ook daar houdt Zoeteman de touwen van zijn vliegers heel stevig vast. Op vele manieren verbindt hij gedachten die hoog gegrepen lijken, naar concrete, nuchtere maatregelen in het hier en nu. Dit is wat dit boek zo overtuigend maakt.
Het leven zoals wij dat leiden op deze aarde, leidt onherroepelijk tot spanningen met onze natuurlijke omgeving. Deze spanning is een natuurlijk gegeven, en in het verleden waren er zo weinig mensen dat wat je als mens ook uitrichtte, het relatief weinig kwaad kon. In deze steeds vollere wereld waarin er elke 12 jaar een miljard mensen bij komt, worden op meer en meer gebieden de grenzen van de groei zichtbaar. In deze tijd staan nationale regeringen steeds vaker bloot aan internationale invloeden. Het positieve is dat die naast wrijvingen, kansen bieden voor globale milieuproblemen. Gaia logica laat prachtig zien welke alternatieven er al voorhanden zijn.
Het voorbeeld van de magnetopauze of levensether
De immense problemen waar wij voor staan om de milieuproblemen op te lossen, lijken na het lezen van dit boek een stuk beter oplosbaar. Zoeteman schetst een weids perspectief en ook een kader dat de problematiek, hoe omvangrijk ook, overzichtelijk maakt. Dit kader bestaat uit de al eerder genoemde zeven elementensferen. Deze ‘schillen’ beginnen met de vaste sfeer, dus de aarde zoals wij die aanraken en bewonen, en eindigen met de ‘magnetopauze’, een gebied zeer hoog, vanaf 40.000 tot 50.000 kilometer boven de aarde. Het gebied heet zo omdat dit het einde markeert van het magnetische veld van de aarde. De functie ervan in fysieke zin is het afweren van de schadelijke straling vanuit de ruimte, vooral die van de ‘zonnewind’, een stroom radioactieve elektronen die de zon onophoudelijk uitzendt.
Het is haast ontroerend te zien hoe de Aarde deze voor het leven vijandige straling afwendt, zoals voorgesteld in een schematische tekening in het boek. Zoals bij het bestuderen van het menselijk lichaam, sta je versteld van de vele subtiele krachten die werkzaam zijn en hoe die een breekbaar lijkend evenwicht in stand houden dat het leven op aarde mogelijk maakt. Dit evenwicht dreigt verstoord te worden of is dat al, met mogelijk fatale gevolgen.
Gevallen levenskrachten
De auteur maakt ruim gebruik van het begrip ‘ether’, een onzichtbare stof die bepalend is voor de vormgeving van het leven op psychisch, lichamelijk en verder elk denkbaar gebied en dat de verklaring vormt voor verschijnselen als voortplanting, wondgenezing en het leven zelf. In navolging van de filosoof Rudolf Steiner stelt hij, dat vele krachten die tegenwoordig ruim gebruikt worden, eigenlijk ‘gevallen’ vormen zijn van veel hoogstaander energieën. Zo is radioactiviteit een vorm van gevallen levensether, en elektriciteit een vorm van gevallen licht, eigenljk licht dat uiteen is gevallen en niet meer de levenwekkende krachten bezit. De gevallen elementen behoren tot de ondernatuur, zoals de ether tot de bov ennatuur behoort. Een kenmerk van de gevallen krachten is dat ze de neiging hebben uiteen te vallen in afzonderlijke stoffen. Het lijkt of er minder levenskracht is om ze bijeen te houden. Radioactiviteit is gevallen levensether; de straling ontstaat doordat atomen langzaam uiteenvallen. Radioactiviteit is misbruikt voor kernbommen, elektriciteit voor de elektrische stoel. Het immorele is een gevolg van de gevallen aard ervan. Deze impliceert dat de verleiding tot misbruik voortdurend op de loer ligt.
Zoeteman trekt hier een parallel met Satan, die een gevallen engel is. Hij haalt de Germaanse mythe aan van Loki, een Satan-achtige figuur die het goudblonde haar van de godin Sif afsneed. Sif was de godin van de vruchtbaarheid. Het haar van Sif staat voor de etherkracht die de natuur haar vruchtbaarheid verleent. Oppergod Thor eiste dat Loki de schade herstelde. Daarop vroeg Loki aan de dwergen, die in de aarde wonen, om voor Sif een pruik van gouden haar te maken. Die pruik staat voor de gevallen ether of elektriciteit.
Wij mensen hebben onszelf manieren aangeleerd om de verschillende gevallen energievormen te gebruiken: magnetisme, elektriciteit, radioactiviteit. Maar, stelt Zoeteman, al konden we de echte ethersfeer gebruiken, dus de drager van het leven zelf, dan zou dit moeten gebeuren zonder de morele onvolkomenheden van de gevallen sferen. Dit stelt ons voor een moreel dilemma, want is de mensheid al zo ver om dit aan te kunnen? De originele ethersferen resoneren met de totale planeet en al het leven erop. Verkeerd gebruik zou catastrofale gevolgen hebben. Voorlopig hoeven we ons daarover nog geen zorgen te maken, want er zijn nog geen apparaten bekend die deze krachten efficiënt kunnen aanwenden. Steiner deed enkele pogingen om direct de ethersfeer als energiebron te gebruiken. Maar de experimentele machines waarmee hij dit probeerde, lijken niet helemaal gelukt, evenmin als soortgelijke apparaten van geestverwanten. Op dezelfde manier lukt het niet altijd, bepaalde alternatieve geneeswijzen wetenschappelijk te verifiëren. De werking van deze geneeswijzen lijkt, net als de werking van de ether, afhankelijk van de intentie van de persoon die ze toepast.
Terecht optimisme
Een van de meest interessante kanten van dit boek is de onbeschroomdheid waarmee de auteur de grensvlakken van wetenschap en het paranormale betreedt. Een van Zoetemans belangrijkste inspiratiebronnen is Rudolf Steiner, grondlegger van de antroposofie. Kenmerkend voor de leer van Steiner is een mengeling van oosterse invloeden met westers-christelijke symboliek, waarbij de oriëntatie vooral een westers vooruitgangsgeloof blijft en een optimistische visie op de ontwikkeling van het individu. Elke mens bezit hierin het potentieel naar ongekende hoogten te reiken. Net als de antroposofie ademt ook Zoetemans werk een ethiek die sterk doet denken aan het Bergrede-christendom, vol voorname, hoogstaande en edelmoedige eanbevelingen. Schijnbaar onvermoeibaar draagt hij nieuwe mogelijkheden aan waarin technische innovaties voor het oprapen lijken te liggen. Hierin begeeft hij zich zelfs buiten de paden van wat binnen de milieubeweging acceptabel is, want onder strikte omstandigheden schuwt hij ook gentechnologie en desnoods een beperkt gebruik van kernenergie niet.
Erg boeiend wordt het wanneer de auteur de ongekende mogelijkheden schetst die de alternatieve energiebronnen bieden. Zo schijnt het zo te zijn dat energie uit de bovenste zes kilometer van de aardkorst warmte kan leveren die zo’n 50.000 keer zo groot is dan de energie die met de huidige olie- en gadvoorraden kan worden opgewekt. De mogelijkheden voor een schone, niet de aarde belastende vorm van energiewinning zijn immens, en dit terwijl uiterst gevaarlijke kernexperimenten plaatsvinden en proefnemingen in de hogere luchtlagen die zeer destructief zijn voor onze atmosfeer. Zoeteman wijst terecht op het belang van internationale verdragen om rampen op dit gebied te voorkomen .
Al lezend schrik je van wat mensen allemaal uitrichten in naam van de vooruitgang. Het is allemaal nog erger dan we dachten. Maar, en dit is het prachtige aan dit boek, de mogelijkheden een radicaal andere, veel duurzamer weg in te slaan lijken ruimschoots voorhanden te zijn. Alleen moeten we die mogelijkheden wel eerst leren kennen. Dit boek biedt een in dit taalgebied onovertroffen aanzet hiertoe.
Niet gemakkelijk, wel verplichte kost
Dit is geen gemakkelijk boek. Dit ligt niet aan het taalgebruik, dat is helder en to-the point. Ook niet aan de dikte, de twee eerdere boeken van Zoeteman, Pioniers gevraagd(1995) en Gaiasofie (1989) waren veel dikker. Het moeilijke zit hem in de hoge informatiedichtheid en het abstractieniveau. De tekst vraagt veel van de lezer, maar die krijgt ook veel terug voor zijn inspanning. Wie de informatie in Gaia logica op zich laat inwerken, wordt beloond met een sterk bovengemiddelde kennis van wat er zoal mogelijk is op milieugebied. En dat is heel wat. Het ligt ook niet aan de opbouw, die is overzichtelijk. Maar overzichtelijkheid maakt nog geen pageturner. Het boek ontbeert cliffhangers die de nieuwsgierigheid prikkelen om door te gaan. De auteur verlangt van de lezers een intrinsieke motivatie. Ik behoor tot de vermoedelijk kleine groep die daarover beschikt, want ik wil beslist weten wat er in dit boek staat en lees daarom door, ook bij tegenvallende leesbaarheid. Ongeveer zoals iemand die een lijvig maar belangrijk rapport doorworstelt, zoals Zoeteman zelf vaak heeft moeten doen als topambtenaar bij VROM. Zo iemand denkt: ach, je kunt het maar beter gelezen hebben. Ook dit boek kun je maar beter gelezen hebben. Zoeteman levert hier een indrukwekkende intellectuele prestatie die een groot lezerspubliek verdient, maar gezien de complexiteit van de materie zal hij dat waarschijnlijk niet krijgen. Echter, als alle belangrijke beleidsmakers hem onder ogen krijgen is toch een wereld gewonnen. Onze wereld.
Gaia logica kan een nieuwe standaard neerzetten voor samenhangend milieu- en beleidsdenken dat nog veel verder gaat dan het klassieke milieubewustzijn. Het is de opstap naar een kosmisch milieudenken. Feitelijk zet Zoeteman met Gaia logica een nieuw paradigma neer. Een paradigma is een verklaringsmodel dat dient als centraal referentiepunt voor al ons denken en handelen. Elke tijd heeft zijn eigen paradigmata. In de middeleeuwen was dat bijvoorbeeld Gods schepping, in de moderne tijd was dit de waarneembare werkelijkheid. Zoeteman sluit met zijn zeven elementensferen aan bij de holistische filosofie van de late twintigste eeuw.
Kees Zoeteman, Gaia Logica. Een nieuwe omgevingsagenda op basis van zeven elementen. Uitgeverij Christofoor, 2009, €27,50
Hoi Frank,
Wat een boeiend stuk heb je geschreven! Her en der heb ik gescand, maar de rode draad en de voorbeelden die je noemt, raken mij. Ik geloof ook in deze holistische benadering en heb geen wetenschappelijke bewijzen nodig. Ik voel wat er aan de hand is.
Hartelijke groet, Wim
LikeLike